In het vak Nederlands komen drie modules aan bod: Nederlands basis, Nederlands 1 en Nederlands 2.
Inhoud
Nederlands basis
- tekstsoorten herkennen
- een schrijfplan opstellen
- digitale en niet-digitale hulpbronnen gebruiken
- kennis spelling , woord- en zinsleer ter ondersteuning van schrijftaken
- schrijfstrategieën toepassen
- oog voor formulering en schrijfstijl
- eigen tekst nakijken en beoordelen
- gemeenschappelijke taken maken en daarbij afspraken nakomen
- gemeenschappelijke teksten evalueren
- tekstlay-out
Nederlands 1
- vier vaardigheden: lezen, luisteren, schrijven, spreken
- lees-, luister-, schrijf- en spreekstrategieën toepassen
- spelling, grammatica, uitspraak, register, standaardtaal, taalvariatie
- digitale en niet-digitale hulpbronnen gebruiken
- reflecteren over eigen taalgebruik, kunnen bijsturen
- hypotheses over teksten vormen en bijstellen
- betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context
- relevante informatie uit teksten in kernwoorden noteren
- doel, doelgroep en medium van teksten bepalen
- inhoud van teksten samenvattend en gestructureerd weergeven
- schriftelijke (tekstschema, samenvatting) en mondelinge weergave (presentatie)
- kennismaking met literaire tekstsoorten
- verslag van eigen leeservaring
Nederlands 2
- vier vaardigheden: luisteren, spreken, schrijven, lezen
- informatieve, argumentatieve, narratieve en prescriptieve teksten
- spelling, grammatica, uitspraak, register, standaardtaal, taalvariatie
- digitale en niet-digitale hulpbronnen gebruiken
- lees-, luister-,schrijf-, spreek- en gespreksstrategieën adequaat gebruiken
- reflecteren over eigen taalgebruik
- hypotheses over teksten vormen en bijstellen
- betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context
- relevante informatie uit teksten in kernwoorden noteren
- doel, doelgroep en medium van teksten bepalen
- inhoud van teksten op samenvattende en beoordelende wijze mondeling en schriftelijk weergeven
- verdere kennismaking met literaire tekstsoorten
- verslag van eigen leeservaring