In het vak wiskunde komen drie modules aan bod: Wiskunde basis, Wiskunde 1 en Wiskunde 2.
Inhoud
Wiskunde basis (opfrissing basis rekenen)
- bewerkingen met gehele getallen
- bewerkingen met breuken en procenten
- volgorde van bewerkingen en haakjes
- vraagstukken (regel van drie en evenredigheid)
- rekenen met schaal
- schatten en hoofdrekenen
- grafieken aflezen of tekenen met behulp van de computer
Wiskunde 1 (meetkunde en algebra)
- (half)rechten en lijnstukken
- onderlinge stand van rechten, ook in de ruimte
- soorten hoeken
- vlakke en ruimtelijke figuren
- omtrek, oppervlakte en volume
- stelling van Pythagoras
- formules
- grafieken en tabellen (lezen, interpreteren en maken)
- verbanden tussen variabelen en eenvoudige verbanden
- functies
- vraagstukken oplossen in concrete situaties
Wiskunde 2 (statistiek)
- belang van een representatieve steekproef
- interpretatie van statistische gegevens
- frequentietabellen
- grafieken
- centrum- en spreidingsmaten
- een eigen eenvoudig statistisch onderzoek uitvoeren